Hoofdstuk 9. Aanschaf en keuring van materialen, arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen


Het borgen van een veilige werkplek houdt onder andere in dat de arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen die ter beschikking worden gesteld veilig gebruikt moeten kunnen worden.

Dit hangt niet alleen af van het feit of het apparaat met het toepassen van de juiste normen is ontworpen, maar ook of dit apparaat:

  • veilig kan worden bediend op de daarvoor bedoelde werkplek gedurende de totale levensduur van de apparatuur

  • veilig kan worden onderhouden

  • veilig kan worden gesloopt na einde levensduur.

De wettelijke eisen hieromtrent zijn beschreven in het Arbo besluit en zijn gebaseerd op de volgende principes:

  • Risico Inventarisatie en Evaluatie

  • Voorlichting van medewerkers

  • Toezicht op het gebruik en deugdelijk onderhoud.

Voor al deze zaken is de werkgever verantwoordelijk. Om hier invulling aan te geven zijn hij niet alleen specialisten betrokken op het gebied van risico’s, veiligheid en richtlijn, maar hebben alle medewerkers een rol bij het kiezen van een veilige arbeidsmiddelen.

Door middel van voorlichting dienen alle medewerkers bewust gemaakt te worden van de gevaren, waardoor zij deze samen met de KAM/V&G-coördinator op een systematische wijze kunnen bijdragen bij het maken van keuzes van voor aanschaf van arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen. Voor aanschaf van persoonlijke beschermingsmiddelen zijn de eisen bepaald.